7 misverstanden over Internet of Things doorprikt

In krantenartikels en analyserapporten komt Internet of Things (IoT) steeds meer aan bod. Terwijl het concept al heel erg is ingeburgerd in het bedrijfsleven.

“Wij maken al jaren gebruik van IoT, alleen heette dat in het begin anders”, vertelt Bert De Winter, directeur ict bij De Watergroep, een overheidsorganisatie die zich specialiseert in watervoorziening. “Daarvoor maakten wij in onze organisatie gebruik van zogenaamde SCADA-systemen, om draadloos onze productieomgeving te kunnen opvolgen en aansturen. Het principe is hetzelfde”, stelt hij.

Niet nieuw dus, maar constant in evolutie, benadrukt Peter Leemans, oprichter en CTO van het technologiebedrijf AllThingsTalk (foto). “Het gaat om een continue verbetering”, stelt Peter Leemans. “Vandaag is het heel makkelijk om data te capteren. Vroeger was dat alleen iets voor de grote bedrijven”, stelt hij. “De technologie wordt alsmaar toegankelijker en goedkoper. Bovendien staat de evolutie niet stil. Denken we maar aan de grote opkomst van zogenoemde wearable devices en nieuwe datanetwerken zoals mobiele breedbandnetwerken als 4G+ en 5G, en aan zogenaamde low power wide area-netwerken als SigFox en LoRa.”

2. Internet of Things situeert zich vooral in de consumentenmarkt

Consumententoepassingen als Coyote voor verkeersinformatie en de slimme thermostaat zijn twee voorbeelden van IoT-toepassingen die in de kijker lopen. Toch situeren de meeste toepassingen zich in de bedrijfsmarkt, en dat in alle sectoren en bij de overheid. Bij Orange zit bijvoorbeeld 60 à 70 procent van de IoT-projecten in de zakelijke sfeer.

Peter Leemans van AllThingsTalk verwacht vooral in die bedrijfsmarkt nog veel groei. En daar is volgens hem een goede reden toe. “Als objecten of machines in uw bedrijf constant met elkaar zouden communiceren, hoef je je niet af te vragen waar een bepaald onderdeel zich bevindt in de logistieke keten, wanneer een bepaalde installatie onderhoud nodig heeft, of wat uw medewerkers of klanten wensen”, illustreert hij.

IoT begint, volgens Peter Leemans, met één bedrijfsproces dat u misschien kan verbeteren door een sensor toe te voegen die live data doorstuurt of een bepaalde handeling uitvoert. “Met soms zeer kleine investeringen, kan een goed idee snel een flink rendement opleveren.”

3. Internet of Things draait om grote bedrijven

In tegenstelling tot wat velen denken, gaat het bij het gebruik van IoT vandaag niet zozeer om grote organisaties en multinationals. Doordat de technologie toegankelijker wordt, komen ook kleinere organisaties op de proppen. “70 procent van de IoT en M2M-ontwikkelaars werken vandaag in start-ups of kmo’s”, weet Peter Leemans.

4. Internet of Things is vooral voor de transportsector

De transportsector is met tracking en tracing een vooraanstaande gebruiker van IoT. Maar ook veel andere sectoren, zoals landbouw, gezondheidszorg, de consumentenmarkt, de dienstensector, de betalingssector of energiemarkt zijn dat.

“Mijn eigen organisatie is daar een voorbeeld van”, merkt Bert De Winter van De Watergroep op. “Wij zijn een overheidsbedrijf dat zich specialiseert in drinkwater.”

5. Internet of Things draait om kleine hoeveelheden data

IoT zou bestaan uit talloze machines en simkaarten die telkens heel kleine hoeveelheden data genereren.

Niet juist, oppert Bert De Winter. “Het hangt gewoon af van de toepassing hoeveel data wordt doorgesluisd. Soms gebeurt er bijvoorbeeld al veel dataverwerking op het niveau van de machine zelf, soms niet”, stelt hij.

De opmars van 4G brengt overigens nieuwe mogelijkheden met zich mee, zoals het capteren en doorsturen van camerabeelden voor bewakingsdoeleinden. Of voor het aanbieden van wifiverbindingen in voertuigen. En dan gaat het om grote hoeveelheden data die doorgesluisd worden.

6. Internet of Things is puur voor efficiëntie en operationeel gebruik

Dat een project rond IoT per definitie operationeel is en in de marge opereert, klopt ook niet. Sommige projecten zijn behoorlijk strategisch. “IoT wordt bij onze organisatie ingezet om modellen rond grondwater te kunnen opstellen. Alleen al in maatschappelijk opzicht is dat vrij strategisch”, meent Bert De Winter van De Watergroep.

Het gaat ook om meer dan besparing en efficiëntie. “Door de opkomst van goedkopere sensoren en manieren om gegevens uit deze sensoren te halen, kan een bedrijf efficiëntiewinsten boeken, producten verbeteren en nieuwe bedrijfsmodellen ontdekken”, beaamt Peter Leemans. Maar in veel gevallen biedt het ook de mogelijkheid om uw organisatie en processen opnieuw uit te vinden. “Een project rond IoT wordt vaak beslist door de CEO. Het levert strategische informatie op.”

Peter Leemans wijst daarnaast op de impact op de hele economie. Veel van de opkomende en succesvolle bedrijven zijn, zo benadrukt hij, gebaseerd op mobiele technologie. “Het IoT is vooral een revolutie op business vlak”, stelt hij. “Bedrijven zoals Uber en Nest hebben dit goed begrepen. Ze zijn niet de enigen.”

7. Alles bestaat al

Velen hebben de neiging om in het zakenleven altijd te denken dat ze aan het eindpunt staan van ontwikkelingen.

Klopt niet, vindt Peter Leemans. “In 2014 zijn al meer dan 2 miljard slimme devices verkocht. Tegen 2020 zullen er dat meer dan 30 miljard zijn”, voorspelt hij. Het probleem is, volgens hem, dat veel bedrijven te eng naar hun product kijken.

“Men moet durven innoveren en out of the box denken”, vindt hij, en hij haalt een voorbeeld aan van energiebedrijven die een elektrische wagen gaan verhuren. “Omdat ze eigenaar zijn van het energienetwerk, gaan ze bijvoorbeeld slimme laadpalen plaatsen. Dergelijk cross-market denken zal meer en meer opduiken.”